
Boermarke Oosterhesselen
Secretaris: H. Oldenbandringh
Pandijk 7, 7861 TE Oosterhesselen
telefoon: (0524) 58 15 58
Kamer van Koophandel Drenthe
Stationsweg 66, 7941 HG Meppel
Postbus 27, 7940 AA Meppel
telefoon: (0522) 26 56 00
e-mail: info@meppel.kvk.nl
website: www.meppel.kvk.nl
Post NL, Postagentschap Oosterhesselen
Koopman, Witte Zand 17, 7861 BH Oosterhesselen
telefoon: (0524) 58 11 01
website: www.postnl.nl
Wat is een Boermarke
De boermarke of marke is een eeuwenoude vereniging van een groep grondeigenaren die de gemeenschappelijke eigendommen van die grondeigenaren beheert. Het woord marke wordt ook gebruikt om het gebied mee aan te geven dat bij een dorp hoort.
Men neemt aan dat de marken in de dertiende eeuw zijn ontstaan om het gebruik van het ongecultiveerde land te reguleren. De (boer)marke bestond hoofdzakelijk op de zandgronden in het oosten van Nederland: (Westerwolde, Drenthe, Salland, Twente, de Veluwe en de Achterhoek). In de Middeleeuwen ontstonden hier permanente nederzettingen, de buurschappen. Het gaat dan veelal om brinkdorpen, bestaande uit een aantal boerderijen gegroepeerd rondom een gezamenlijk dorpsplein (de brink). Elke buurschap had een afgebakend grondgebied ter beschikking, de marke (letterlijk: grens). Incidenteel kon een marke ook bestaan uit verscheidene buurschappen. De marke was als onverdeeld grondgebied in gezamenlijk eigendom van de eigenaren van de boerderijen in de buurschap, die er elk een vastgesteld aandeel in hadden. Dit aandeel wordt waardeel genoemd. De hoeveelheid waardelen die iemand bezat bepaalde hoeveel macht hij had in de boermarke. De marke kon erg groot zijn, in bijvoorbeeld de Drentse en Groningse veenkoloniën waren de aanliggende buurschappen eigenaar van enorme percelen woeste grond, die later zeer waardevol bleken te zijn.
De bewoners van een middeleeuws buurschap kunnen in een aantal groepen worden onderverdeeld:- de zelfstandige boeren of eigenerfden, die hun erf in eigen bezit hadden;
- de pachtboeren of meiers die een erf bewoonden dat in eigendom was van een ander (een eigenerfde, een edelman, een kerk of een klooster);
- de arme zelfstandige boeren of keuterboeren, die minder dan een kwart waardeel bezaten;
- de arbeiders, in dienst van een eigenerfde of meier;
- indien aanwezig: de geestelijken, van de parochie of van het klooster;
- indien aanwezig: de adel, die meestal buiten het dorp woonde op een eigen landgoed, de havezate.
In Drenthe vormden de eigenerfden de kern van de buurschap, hetgeen blijkt uit het feit dat daar enkel zij buren werden genoemd. Het waren enkel de eigenerfden, en dan nog enkel de mannelijke gezinshoofden, die het bestuur van de boermarke (en daarmee van de buurschap) vormden. Zij vormden in vergaderingen, samen met een vertegenwoordiger van de landsheer, het openbaar gezag en daarmee tegelijk het laagste bestuurlijke en gerechtelijke niveau. Zij waren ook met de adel de enigen die vertegenwoordigd waren in het 'provinciaal' bestuur.
Om de Boermarke bijeen te roepen werd de zogenoemde Boerhoorn geblazen. Ook het officiële startsein voor de oogst werd in het verleden gegeven door de boerhoorn. Wee je gebeente wanneer je eerder begon, de dorpsgemeenschap keerde zich tegen je. Dat had ook z’n goede kanten want met de gezamenlijke start en de planning die daar achter zat werd geregeld dat de hele oogst van het dorp binnen kwam. Een gezamenlijk belang en een gezamenlijke aanpak met een heel groot draagvlak.